|
||||||||
Je hoeft niet al te veel vreemde talen te kennen om in de titel van deze plaat de samensmelting te ontwaren van “Weihnachten” en “Chanukka”, het eerste een eerder Christelijk feest, het tweede Joods bij uitstek. Zoals het Joodse volk wel een aantal keer aantoonde in de loop der tijden, paste het zich ook in het Duitsland van de vroege twintigste eeuw aan en begon met het Kerstfeest, waar Joden in beginsel niks mee hebben, te koppelen aan het eigen Chanukka-feest, hoewel beide feesten weinig met elkaar gemeen hebben, behalve dan dat ze allebei aan het jaareinde gevierd worden. Helemaal zonder kritiek gebeurde dat niet: zowel van binnen als van buiten de Joodse gemeenschap kwamen er protesten bovendrijven en één ervan, het “Heilige Nacht”-gedicht van de anarchistische dichter Erich Kurt Mühsam, zelf van Joodse komaf, opent deze plaat. Accordeonist Ilya Shneyveys uit de band van Andrea Pancur, schreef er muziek bij en zorgde zo voor een passende song om dit niet zo voor de hand liggende project op gang te trappen. Voor zangeres Pancur hebben de beide feesten wél iets gemeenschappelijks en vormen ze de aanleiding om mensen te blijven aansporen om zich in te zetten voor een betere wereld.Ze stelt vast dat de mensheid bezig is met een rotvaart haar eigen bestaan naar de knoppen te helpen, maar ze wil blijven hopen op een betere toekomst voor mens, dier en natuur. Dat zijn absoluut nobele doelstellingen, waar, in donkere tijden als deze, de schoonheid van muziek een fijne bijdrage kan toe leveren. Daartoe maakt de zangeres gebruik van evidente muziekjes als “Drey Dreydele” (een “dreydele” is de typisch joodse vierkante draaitol, een cadeautje dat kinderen altijd krijgen met Hannukah: aan elke kant van de tol staat een Hebreeuwse letter en samen staan die voor “een groot wonder is hier geschied”),of “Es Wird Scho Glei Dumpa” van de Oostenrijkse priester-dichter Anton Reidinger, die in de kerstnacht van 1912 overleed. Ook zijn Jiddische collega-dichter Mark Warshavsky is present, met “Der Vinter” en ook de Litouwse dichter Shmerke Kaczerginski wordt vertolkt, middels een nieuw arrangement van zijn gekende “Partizaner Mars”. Accordeoniste Franka Lampe, met wie Pancur heel lang samenwerkte en die enkele jaren geleden overleed, wordt geëerd met de eigen compositie “Ned No Amoi”, terwijl Andrea ook “Akht Likhtlekh” van dichteres Beyle Schaechter-Gottesman -ook al recent overleden- van een muzikaal pakje voorzag. Helemaal nieuw voor mij, was “Mai Madele, mai Tschuurale” van de Italiaanse dichter Luis Stefan Stecher. Dat is een wiegenliedje voor een klein meisje uit een Jenisch-gezin. De Jenisch is een volk uit Zuid)Tirol dat bijna compleet uitgeroeid werd door de Naz’s, een deel van de geschiedenis, waar ik niet eerder over hoorde of las. Dat moet ik dus dringend inhalen… Twee instrumentals op de plaat: “Hirten Doyna” en “Ghost Light”, dat als aanloop dient voor het tekstloze “Andachtsjodler”. Dit laatste dient als opstap naar een stevig slot: “Di tsukunft” is van de hand van de socialistische Litouwse Jood Morris Winchefsly” en “We Shall Overcome” is de hymne van de hoop, die geen voorstelling behoeft, al krijgt ze hier een ingrijpende make-over, helemaal in Jiddische stijl. Alles bijeen opgeteld, hebben we hier een indrukwekkend straffe plaat, die zonder enige twijfel aan de top van de Kerstplaten terechtkomt, al handelt ze over veel meer; projecten als dit zijn kleine tekenen dat het toch nog goed komt met de wereld en dat er een verschil is tussen het Joodse volk en de Israëlische regering en haar Palestina-politiek. (Dani Heyvaert)
|
||||||||
|
||||||||